Piet Mulders werd geboren op 3 juli 1857 aan de Kanaaldijk wijk E nr. 69, nabij sluis 0, als tweede zoon van Petrus Mulders (1812-1869) en Petronella Suys (1818-1860). Zijn moeder sterft drie jaar na zijn geboorte in het kraambed bij de geboorte van hun derde zoon. Petrus Mulders treedt dan voor de tweede keer in het huwelijk met Petronella Beks (1822-1897). Petrus Mulders had een koffiehuis aan de Kanaaldijk, later Zuid-Willemsvaart geheten, dat na zijn dood in 1869 werd voortgezet door zijn vrouw Petronella Beks en door zijn zoon Piet. Na de verhuizing van Piet naar de Markt werd het koffiehuis annex tramhalte voortgezet door zijn zwager Hendrikus (Driek) Willems, een broer van zijn vrouw Dymphna Willems. Het koffiehuis aan het kanaal heette ‘Tramstation de Meijerij’ en na de omnummering in 1909 was het adres Zuid-Willemsvaart 265. Op 11 oktober 1882 trad Piet Mulders op 25 jarige leeftijd in het huwelijk met Johanna Dymphna Willems uit Bergeijk. Als beroep geeft hij op koffiehuishouder, waaruit blijkt dat hij de zaak van zijn stiefmoeder inmiddels heeft overgenomen. Uit dat huwelijk werden 11 kinderen geboren, waarvan er twee binnen een jaar sterven. In het grote gezin van Piet Mulders en Johanna Willems, met een drukke zaak aan huis, was er geen plaats voor opgroeiende kinderen en de kinderen werden op kostschool gedaan. De zonen gingen naar Sint Louis in Oudenbosch en de dochters gingen op kostschool bij de zusters Ursulinen te Eysden (Zuid-Limburg). Dat waren deftige pensionaten, waar de voertaal het Frans was, en de kinderen onder een streng regiem tot jonge heren en juffrouwen werden gesmeed. In 1887 neemt Piet Mulders de exploitatie over van het reeds bestaande ‘Brabantsch Koffijhuis’ aan de Markt wijk C nr. 3 in Den Bosch. In 1909 zal dit pand huisnummer 45 krijgen. Beneden is de zaak in gebruik als koffiehuis terwijl er een ruime bovenzaal is waar Liedertafel Oefening en Uitspanning van 1850 tot 1884 haar uitvoeringen geeft. Met zijn gezin vestigt Piet Mulders zich in dit pand. Het huis heeft een lange geschiedenis als herberg. Sinds 1540 stond het bekend als logement ‘den Gulden Cop’. In het begin van de 20e eeuw werd Piet Mulders eigenaar van het pand. Hij voert verschillende verbouwingen uit. Het bekendst is de verbouwing uit 1895 waarbij het pand zijn bekende neorenaissancevoorgevel krijgt met in de top de het wapen van Noord-Brabant. De naam verandert dan in hotel-restaurant Noord-Brabant, maar in volksmond wordt het ‘Piet Mulders’ genoemd. Het hotel heeft een grote vermaardheid en Piet Mulders richt zich op gasten van buiten de stad die op zoek zijn naar luxe. Dankzij het spoor neemt het aantal gasten fors toe. Gasten worden vanaf het spoor opgehaald met een eigen koets. Telefonische bereikbaarheid (tel. nr. 171) is daarbij ook van belang. Van binnen heeft het hotel allure. Frans Kops krijgt de opdracht grote muurschilderingen te maken met het Brabants landleven als thema. In de ontbijtzaal heeft de schilder Dorus Hermsen de geschiedenis van de stad uitgebeeld en glas-in-loodramen herinneren aan de stad en de streek. Er wordt veel zorg besteed aan de bereiding en verzorging van de diners.
In 1913 gaat Piet Mulders op 56e jarige leeftijd ‘rentenieren’ zoals dat dan heet en hij verhuist met zijn vrouw naar een groot pand aan de Hinthamerstraat 165. Op 15 juli 1929 sterft Piet Mulders op 72 jarige leeftijd, maar zijn naam zal nog tientallen jaren genoemd blijven met het hotel aan de Markt.In 1913 wordt het hotel overgenomen door zijn zoon Willem Mulders (1885-1954) en gaat het verder onder de naam: Hotel Noord-Brabant, ‘Firma Piet Mulders en Zonen’. In 1921 voegt zijn broer Sjaak (1884-1944) zich als firmant in de zaak aan de Markt in ’s-Hertogenbosch. Sjaak Mulders heeft een studie gevolgd aan de Landbouwhogeschool in Wageningen en zal enige jaren later naar Nederlands-Indië vertrekken waar hij in WOII geïnterneerd wordt door de Jappen en op 5 maart 1944 in Tjimahi in gevangenschap sterft.
In 1921-1922 wordt het hotel aan de Markt door beide firmanten van binnen verbouwd in Art Deco stijl en verder uitgebreid. Het pand links van het hotel aan de Markt 45, het v.m. logement ‘Het Hert’ op nr. 43 wordt bij het hotel getrokken. De kamers zijn voortaan aangesloten op centrale verwarming en hebben koud en warm water. Er waren badkamers en er was een lift. Hotel Noord-Brabant bezat een groot restaurant en een forse leestafel. Bovendien bood hij een 'groot terras met uitzicht op het marktplein'. Voor de gasten die per automobiel komen zijn er aparte garage gebouwd die bereikbaar is via het straatje Achter de Raam. Daarboven is het aantal zalen uitgebreid voor vergaderingen, tentoonstellingen en feestelijke bijeenkomsten. Het complex reikt over de Marktstroom tot aan de Groote Stroom.
In 1938, als Wim Mulders zijn 25 jarig jubileum als restauranthouder viert, voegt hij ook het rechter pand Markt 47 en 49 bij de zaak. Het pand no 49 met de neogotische gevel, houdt op de begane grond haar winkelfunctie, maar boven komen hotelkamers. Om van de panden een eenheid te maken, worden de linkse drie gevels gewit.
In 1969 maakt de familie Mulders bekend, dat het hotel gesloten wordt en dat na sloop C&A er een nieuw pand neer zou zetten. Ondanks veel protesten tegen de voorgenomen sluiting werd hotel Noord-Brabant, dat steeds in bezit van de familie Mulders is gebleven, in 1972 uiteindelijk gesloten. Het hele complex is in 1973 afgebroken en het confectiewarenhuis van C&A, opende hier in 1975 in een gloednieuw pand zijn deuren. In het trappenhuis herinnert alleen het leeuwtje uit de voorgevel aan de eerdere hotelbestemming van dit pand.
Op de hoek van het Vredenburg in Utrecht stond al sinds de 16e eeuw een herberg. In 1822 verrees op die plek het Zutphense Posthuis. In 1905 liet eigenaar H.J. Venster op deze plek een nieuw hotel bouwen. Hij schakelt de Utrechtse architect Rijk Rijksen (1872-1944) in, die werkt in de stijl van de art nouveau of jugendstil.
In 1907 ging Venster echter failliet. Na enkele eigendomswisselingen komt het hotel in handen van Piet Mulders uit Den Bosch, die het in 1910 de nieuwe naam ‘Noord-Brabant’ P. Mulders & Zn geeft. Nadat Piet Mulders zich in 1913 uit de zaak heeft terug getrokken, nemen de zonen Piet Mulders (1883-1957) en Nico Mulders (1889-1922) de exploitatie van hun vader Piet Mulders over van hotel café restaurant Noord-Brabant. Bierbrouwer Heineken bekostigt in 1915 een verbouwing en wordt zo mede-eigenaar, terwijl de Piet en Nico Mulders de exploitanten blijven. Hotel Noord-Brabant lag aan het drukke Vredenburg, dus aan klandizie was er meestal geen gebrek. Bijvoorbeeld van publiek uit de Stadsschouwburg, die tot 1940 tegenover het hotel op het Vredenburg stond. Of bezoekers van de Jaarbeurs, waarvan het vaste gebouw in 1921 aan de Vredenburg werd geopend. Hotel Noord-Brabant was ook de locatie van vele feesten, partijen en recepties van Utrechtse families en organisaties, vooral van katholieke huize. In de jaren zestig raakte het oude centrum in verval en slibde de stad dicht met auto’s. De Jaarbeurs verdween als trekpleister van het Vredenburg. De bouwput van Hoog Catharijne voor de deur zal ook niet hebben geholpen. Ondanks bezuinigingen kon de familie Mulders het hoofd niet boven water houden. In 1971 nam Bredero’s Bouwbedrijf hotel Noord-Brabant over. Het bedrijf wilde naast Hoog-Catharijne ook voet aan de grond krijgen in de oude binnenstad. De gemeente bedong dat Bredero de horecafunctie tenminste vijf jaar zou voortzetten. Nadat de hotelfunctie al was opgeheven, sloot in 1976 café-restaurant Noord-Brabant. In naam en functie werd het deels opgevolgd door Hoog-Brabant in Hoog Catharijne, een zalencentrum met terras en restaurant. Kledingzaak Kreymborg nam het pand Vredenburg 3 over. De inventaris van Noord-Brabant werd openbaar geveild. Onder de hamer kwamen onder andere 23.000 flessen wijn uit de kelders.In 1929 won de Tilburgse architect Caspar M.B. van den Beld een door N.V. Heineken’s Bierbrouwerij Mij. uitgeschreven prijsvraag voor het bouwen van een Hotel Café Restaurant aan de Spoorlaan. Het pand kwam in de plaats van hotel restaurant Albert Janssen dat in 1930 werd gesloten en gesloopt. In 1932 opende de jongste zoon van Piet Mulders, Sjef Mulders (1896-1968), het gloednieuwe complex aan de Spoorlaan. Het kreeg de naam hotel "P. Mulders en Zonen" en is gebouwd in de expressionistische stijl. Het ligt pal tegenover het station van de stad op de hoek van de Spoorlaan en Stationsstraat. De voor- of noordgevel bevindt zich aan de Spoorlaan en de zij- of oostgevel aan de Stationsstraat. Het hotel heeft vijf bouwlagen en een dakterras. Van 1932 tot 1969 was het hotel in handen van de familie Mulders. Na het faillissement in 1969 ging de zaak verder als hotel ‘De Stationsherberg’. Van 1980 tot 2014 heette de horecagelegenheid ‘Hotel Central’. Daarna is het pand op de begane grond verhuurd aan een uitzendbureau en op de verdiepingen aan buitenlandse werknemers.
SlotPiet Mulders was de grondlegger van een klein horeca-imperium dat zijn vijf zonen vakkundig hebben uitgebreid en tot bloei hebben weten te brengen, steeds onder de naam P. Mulders en Zonen. Groei, bloei en neergang hebben zich in een eeuw tijd, tussen 1870 en 1970, afgespeeld en typerend is dat voor deze drie toonaangevende horecazaken in Den Bosch, Utrecht en Tilburg, kort na elkaar, resp. in 1972, 1976 en 1969 het doek viel. |
Bronnen | |
• | Hotel café restaurant Noord-Brabant, firma P. Mulders & Zonen, eigen uitgave 1922 |
• | Arjan den Boer, 'Verdwenen horeca : hotel Noord-Brabant op het Vredenburg' in: De Utrechtse Internet Courant, jan. 2021 |
• | 'Het eind van hotel Central' in: Brabants Dagblad, 26 maart 2015 |
• | Toine Janssen, Stamboom familie Mulders |
• | Lijst rijksmonumenten provincie Noord-Brabant |
• | Website 'De Bossche Encyclopedie' |